Shin splint is een overbelastingsblessure van het scheenbeen. Deze klacht ontwikkelt zich wanneer er te veel druk op het scheenbeen wordt geplaatst. De spieren die zich aanhechten op het scheenbeen (m. Soleus, m. Tibialis Posterior en m. Flexor Digitorum Longus) kunnen een stressreactie teweegbrengen op het bot(vlies). Deze klacht komt met name voor bij hardlopers, militairen en bij sporten waarbij veel gesprongen wordt zoals bij volleybal, basketbal en turnen.
​Er zijn verschillende risicofactoren voor shin splint zoals een afwijkende voetstand, overgewicht en een verminderde beweging in de heup. Pijn komt voor aan de binnen- en de voorkant van het scheenbeen. Vaak aan het onderste deel van het scheenbeen. In het beginstadium trekt de pijn meestal weg na de warming-up en begint opnieuw na de training. Soms is er zwelling te zien op de pijnlijke plek. Er zijn verschillende behandelingen. Het is belangrijk de belasting aan te passen aan de klachten. Daarnaast zijn oefeningen voor de spieren in het onderbeen en de heup belangrijk. Indien er een afwijkende stand van de voet is zijn therapeutische zolen aangeraden.

Symptomen

De pijn is scherp van karakter, en er worden ‘steken’ aangegeven. Bij heviger klachten wordt het als ‘stokslagen’ aangegeven. Dan is de loper duidelijk te lang met de klachten doorgelopen. De pijn wordt gevoeld bij de landing en ook wel bij de afzet. Soms is het voelbaar bij het hurken. Aanraking geeft veel pijn, bv als de benen over elkaar worden gelegd. De pijn kan heviger worden bij een lager looptempo. Bovendien geeft een lager looptempo meer klachten. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan met hardlopen worden doorgegaan. Vaak is de pijn daar echter te hevig voor. Ondanks een rustperiode komen de klachten meestal weer terug als geen aanvullende behandeling wordt ingesteld.

Behandeling

Allereerst is het van belang om de belasting omlaag te brengen. Daarnaast is het sporten op het juiste schoeisel van belang, denk hierbij vooral aan voldoende demping en een ondersteunend voetenbed.
Mocht de klacht ook gerelateerd zijn aan een verkeerde voetenstand, vaak een platvoet, dan is het belangrijk om een corrigerende zool aan te laten meten.